Vandaag heeft het Nivel het evaluatieonderzoek ‘Wat betekent de verbeterde urgentie-indeling voor de ambulancezorg? Evaluatie vanuit het perspectief van ambulancezorgprofessionals en patiënten’ gepubliceerd met daarin de resultaten van de implementatieperiode. De ambulancesector heeft in 2023–2024 de verbeterde urgentie-indeling geïmplementeerd. Doel van deze indeling is om de inzet van de ambulancezorg meer passend te maken bij het urgentieniveau van de zorgvraag. Het Nivel-onderzoek is uitgevoerd vanuit het perspectief van patiënten, 112-melders en ambulancezorgprofessionals. De conclusie is kortgezegd dat de verbeterde urgentie-indeling voor meer duidelijkheid zorgt en positief ontvangen is.
Van drie naar zeven urgenties
Tientallen jaren werkten de meldkamers ambulancezorg met drie urgenties, dat aantal is nu uitgebreid naar zeven urgenties. Nieuw zijn de spoedeisende urgentie A0, het splitsen van de niet-spoedeisende B-urgentie in B1 (hoogcomplexe zorgvraag) en B2 (midden- en laagcomplexe zorgvraag) en de meldkamerzorg urgenties C1- en C2 (niet spoedeisende urgenties). Bij de nieuwe urgenties C1 en C2 handelt de meldkamer de 112-melding af zonder inzet van een ambulance. De verpleegkundig meldkamercentralist verwijst de beller ofwel naar een andere zorgverlener (C1) of geeft de beller zelfzorgadvies (C2).
A0 staat voor ‘directe inzet van een hoogcomplexe ambulance-eenheid met de grootst mogelijke spoed’. De meldkamercentralist ambulancezorg zet een ambulance met A0-urgentie in als het gaat om een reanimatie, wanneer de patiënt niet of nauwelijks ademt, of als de centralist oordeelt dat de zorgvraag potentieel fataal is. Dit laatste is het geval bijvoorbeeld bij een niet te stelpen grote bloeding. Uit de net gepubliceerde cijfers van het RIVM over 2024 blijkt nu dat 3% van alle spoedmeldingen een A0-urgentie heeft gekregen. Ambulances waren bij deze A0-inzetten gemiddeld 1 minuut en 39 seconden sneller ter plaatse dan bij een A1-inzet. Hoewel eerder niet duidelijk was of de A0-inzetten ten koste zouden gaan van de responstijden voor A1 en A2, blijkt nu dat deze zo goed als gelijk bleven. De duidelijkheid van de hoogste urgentie (A0) zorgt voor een medisch logische respons!
De A0-urgentie is in de loop van 2024 landelijk ingevoerd in de sector ambulancezorg, evenals de B1 en B2. De invoering van de C-urgenties is in 2024 gestart, voor de regionale implementatie hiervan is echter meer tijd nodig. De implementatie van het splitsen van de niet-spoedeisende B-urgentie in B1 (hoogcomplexe zorgvraag) en B2 (midden- en laagcomplexe zorgvraag) is niet onderzocht.
Positieve ervaringen
Uit het Nivel-onderzoek blijkt dat patiënten, melders en ambulanceprofessionals de introductie van de nieuwe urgentiecategorieën positief hebben ervaren. De A0-urgentie maakt duidelijk dat het gaat om de allerhoogste spoed, en zowel de meldkamercentralisten als ambulanceprofessionals waarderen die duidelijkheid.
Aanbevelingen voor de toekomst
Op het moment dat data over een heel jaar beschikbaar zijn, ook van de C-urgenties, is verder onderzoek aan te raden. Het Nivel adviseert vervolgonderzoek naar verdere verfijning van de inzetten binnen de A1-urgentie. Daarnaast benadrukt het rapport dat de kwaliteit van de ambulancezorg breder beoordeeld moet worden dan alleen met cijfers over responstijden. Ambulancezorg Nederland blijft samen met partners de effecten van de verbeterde urgentie-indeling monitoren.
Meer weten?
Heeft u naar aanleiding van dit bericht vragen, of wilt u meer weten? Neem dan contact op met bureau AZN via info@ambulancezorg.nl of bekijk onderstaande sitepagina’s: