07-10-2025

Krachten bundelen in onderzoeksnetwerken

Binnen de ambulancesector voeren we steeds meer eigen wetenschappelijk onderzoek uit. Zo zorgen we voor veilige en evidence-based patiëntenzorg. Eén van de onderwerpen op de landelijke onderzoeksagenda is het mobiel zorgconsult (zorg ter plaatse, zonder vervoer), met bijbehorend onderzoeksnetwerk. Kees van den Berge, werkzaam als adviseur crisisbeheersing en opgeschaalde zorg bij RAV Brabant Midden-West-Noord, deed zijn afstudeeronderzoek naar het mobiel zorgconsult en heeft veel gehad aan het netwerk, want zoals Kees zegt: “Onderzoek doe je samen!”.

Onderzoek dat je raakt

Kees begon de master verplegingswetenschap (Universiteit Utrecht) toen hij nog werkte als ambulanceverpleegkundige bij RAV Brabant Midden-West-Noord. “Na een aantal jaren zocht ik een manier om me verder te ontwikkelen. Bij de studie verplegingswetenschap hoort ook het uitvoeren van een eigen onderzoeksproject. Ik heb mij daarvoor verdiept in het mobiel zorgconsult omdat het relevant is voor mijn eigen werk. Je probeert altijd iets te vinden wat dicht bij je hart ligt.”

Hoe ga je zo’n project aan? Kees vertelt: “Het begint met heel veel praten. Ik heb bij verschillende netwerken contact gezocht met andere onderzoekers om een beeld te krijgen van het onderzoeksveld. Wat wordt al onderzocht op het gebied van het mobiel zorgconsult? Waar ligt het kennistekort? Zo ben ik ook in aanraking gekomen met het lectoraat Acute Intensieve Zorg van de HAN University of Applied Sciences, die mijn afstudeerproject uiteindelijk hebben begeleid. Via hen kwam ik weer op het spoor van het sectorale Onderzoeksnetwerk Mobiel Zorgconsult van AZN. Voor alle zeven onderzoeksthema’s die op de landelijke onderzoeksagenda 2021-2026 ambulancezorg staan, wordt een onderzoeksnetwerk ingericht bestaande uit Regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) die onderzoek doen of willen gaan doen op dit thema. In het onderzoeksnetwerk Mobiel Zorgconsult heb ik veel relevante contacten opgedaan, die zich uitbreiden als een olievlek.”

Zijn herconsulten te vermijden?

Met behulp van alle gesprekken formuleerde Kees zijn onderzoeksvraag: welke factoren van een mobiel zorgconsult zijn geassocieerd met een herconsult? Hij legt uit: “Op dit moment resulteert ruim een kwart van de ambulance-inzetten in een mobiel zorgconsult. Voor een klein aandeel van deze patiënten is er binnen 72 uur opnieuw een ambulance-inzet nodig. Ik heb onderzocht of er factoren geassocieerd zijn met een herconsult, zodat je voor die groepen patiënten misschien andere acties kunt inzetten tijdens het eerste consult en wellicht een tweede ambulance-inzet kunt voorkomen.”

“Er blijken meerdere factoren geassocieerd te zijn met een herconsult zoals hoge leeftijd, problemen met de ademhaling, psychiatrische problemen en mensen die we doorverwijzen naar de huisarts. Dat betekent overigens niet dat er tijdens het eerste consult een fout gemaakt wordt. Het heeft soms ook met het ziektebeloop te maken. Bij een beginnende longontsteking is er geen noodzaak om iemand naar het ziekenhuis te vervoeren, je verwijst de patiënt door naar de huisarts. Anderhalve dag later kan die patiënt veel zieker zijn en wél naar het ziekenhuis moeten. Ook kan het voorkomen dat er vervolgafspraken worden gemaakt om de patiënt in een later stadium alsnog naar een ziekenhuis te vervoeren, dan ligt de focus meer op het bieden van de juiste zorg op het juiste moment.”

Elkaars onderzoek versterken

Binnen het landelijke Onderzoeksnetwerk Mobiel Zorgconsult van AZN kon Kees voortdurend met andere wetenschappers sparren over zijn onderzoek en de uitdagingen waar hij tegenaan liep. Ook kreeg hij via het Onderzoeksnetwerk hoogte van een collega ambulancezorg-professional die een vergelijkbaar onderzoek deed. “Daarom zijn deze contacten zo waardevol. Door met elkaar te overleggen, kun je je eigen onderzoek finetunen en beter laten aansluiten op lopende studies. Om die reden versterken onze onderzoeken elkaar, doordat je de resultaten kunt vergelijken. In het verleden voerden RAV’s soms hetzelfde onderzoek uit, zonder dit van elkaar te weten. Dat is zonde.”

Grip krijgen op de veranderende zorgvraag

De ambulancezorg is de afgelopen 10 jaar sterk veranderd. Waar mensen vroeger alleen 112 belden als ze in levensgevaar waren, wordt 112 vandaag de dag ook steeds vaker bij minder ernstig letsel gebeld. “Een huisarts kan iemand naar huis sturen om het ‘nog even aan te kijken’. Maar als je als ambulancezorgprofessional iets niet kunt uitsluiten, laat je de patiënt uit voorzorg in het ziekenhuis onderzoeken. De ambulancezorg was in den beginne niet ingericht op het uitvoeren van minder acute zorg. Dat is in de loop van de jaren echter veranderd: 30% van de ambulance-inzetten is inmiddels een mobiel zorgconsult. De ambulancezorg heeft zich de afgelopen jaren dus ontwikkeld van een spoedzorgorganisatie naar een mobiele zorgverlener. Dit betekent dat we onze werkwijze moeten aanpassen. Onderzoek doen is één van de manieren om hier inzicht in- en grip op te krijgen.”

Kees vervolgt: “Door onderzoek te doen kunnen we op een evidence-based manier bepalen of we bepaalde zorg misschien juist wel, of juist niet meer moeten verlenen, omdat het niet bij ons vakgebied hoort. Of misschien moeten we de taken en bevoegdheden van ambulancezorgprofessionals aanpassen. In ieder geval helpt onderzoek bij het verder professionaliseren van de ambulancezorg.”

“Ik ben meer vragen gaan stellen”

Door de sectorale onderzoeksnetwerken wordt samenwerking en onderzoek in de ambulancezorgsector gestimuleerd. Kees raadt van harte aan om hieraan deel te nemen: “Ik zie bij mijn collega’s dat er interesse is in het doen van onderzoek, maar dat de drempel om te beginnen soms te hoog voelt. Juist dan kan het helpen om je aan te sluiten bij een van de sectorale onderzoeksnetwerken. Iedereen is welkom, ook als je nog geen ervaring hebt. Dankzij het opdoen van kennis en contacten via de onderzoeksnetwerken, ga je ook op een andere manier naar je werk kijken. Ik ben kritischer geworden en zet vaker vraagtekens bij wat ik doe. En ook dat draagt bij aan het verbeteren van de ambulancezorg.”

Toekomstplannen

Intussen is Kees afgestudeerd en heeft hij sinds januari een nieuwe functie als adviseur crisisbeheersing en opgeschaalde zorg. Maar zijn werk als onderzoeker is nog lang niet afgesloten. “Samen met het lectoraat Acute Intensieve Zorg van de HAN University of Applied Sciences willen we onze bevindingen publiceren in een internationaal journal, dus daar blijf ik bij betrokken.” Daarnaast is het onderzoeksnetwerk Mobiel Zorgconsult bezig om een grootschalige studie op te zetten, waarin ook factoren uit Kees’ masterthesis verder worden uitgediept. Kees kijkt ondertussen om zich heen bij welke onderzoeken hij kan aansluiten en ziet: “We streven allemaal naar hetzelfde doel: optimale zorg verlenen aan onze patiënten. En door samen onderzoek te doen, bundelen we onze krachten.”

Meer weten?

Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen of wil je meer weten over het onderzoeksnetwerk mobiel zorgconsult?  Stuur dan een mail naar o.vunderink@ambulancezorg.nl.