Acute zorg bij verward gedrag: steeds meer onderdeel van de keten

19-09-2017
  • Acute zorg bij verward gedrag wordt steeds meer onderdeel van de keten/

Acute zorg bij verward gedrag wordt steeds meer onderdeel van de hele keten

In noodgevallen zijn de ambulancehulpverleners van de regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) vaak als eerste ter plekke. Niet alleen bij ongelukken of levensbedreigende situaties, maar steeds vaker ook bij acute problemen van mensen met verward gedrag. Daarmee omgaan vergt kennis van zaken, maar vooral een goede afstemming met andere hulpverleners. En natuurlijk met de betrokkenen zelf.

“De gezondheidszorg is de afgelopen jaren sterk veranderd. Onze mensen zien dat dagelijks terug in hun werk. Naast spoedeisende somatische zorg, hebben ze ook steeds vaker te maken met crisissituaties rond verward gedrag.” Als programmamanager bij Ambulancezorg Nederland is Margreet Hoogeveen betrokken bij het Actieprogramma Lokale initiatieven mensen met verward gedrag. Vanuit het veld hoort ze de verhalen over de veranderingen. “Mensen met psychiatrische problemen blijven vaker thuis wonen. Dus als er wat mis gaat, is de thuisomgeving ook steeds meer de plek waar acute hulp wordt verleend.” Dat vraagt volgens Hoogeveen niet alleen wat van de inhoudelijke kennis en kunde in de ambulancezorg. De medewerkers zullen ook moeten kunnen samenwerken met andere professionals. “En niet te vergeten met het netwerk rond de cliënten. Het zijn immers vaak juist de naasten die een melding doen.”

Goed inschatten wat er aan de hand is

Dat brengt haar meteen op een belangrijk punt: de rol van de meldkamer ambulancezorg in de omgang met verward gedrag. Bij ambulancezorg denken mensen vooral aan indrukwekkende voertuigen die met zwaailicht en sirene komen aanrijden. Maar voor het zover is, is er ‘achter de schermen’ in korte tijd al veel gebeurd. Centralisten van de meldkamer moeten heel goed zijn toegerust om snel in te schatten wat er aan de hand is. Wat is het probleem, welke zorg past daarbij en wie kan er het beste heen? Hoogeveen: “Lang niet altijd is er per se ambulancezorg nodig. Er lopen in de regio een paar projecten waarbij sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen meedraaien op de meldkamer, om de centralisten te ondersteunen bij de triage.” Daarbij komt dat de ambulancezorg steeds meer onderdeel wordt van de hele zorgketen. Het staat volgens Hoogeveen nog wel in de kinderschoenen, maar op enkele plekken werken ambulancezorg samen met huisartsen, thuiszorg en GGz aan een ‘zorgcoördinatiecentrum’. Doel is om gezamenlijk de zorgverlening zo goed mogelijk op de zorgvraag af te stemmen.

Vooral ook leren van elkaar

In de samenwerking binnen het actieprogramma gaat het om meer dan het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden in het omgaan met mensen met verward gedrag. Het leren afstemmen met andere professionals moet ook veel ruimte krijgen. “Ik zie veel kansen in een nauwe samenwerking tussen de verschillende beroepsgroepen waar het gaat om het opleiden en trainen. Dus de GGz-werkers, de huisartsen, onze professionals, maar bijvoorbeeld ook politieagenten.” Door het actieprogramma vinden de beroepsorganisaties elkaar inmiddels steeds beter, constateert Hoogeveen.

Ruimte voor ervaringsdeskundigheid

Binnen het actieprogramma is veel ruimte voor nieuwe ideeën. Zo is recent een speciale subsidieoproep opengesteld. Mooie voorbeelden van vernieuwing zijn de psycholance in Amsterdam en een pilot van RAV Noord-Holland Noord en GGZ NHN met de zogeheten ‘diligence’. Dat is een neutraal ogende crisisdienstauto om psychiatrische cliënten te vervoeren naar de GGz-instelling. Hoogeveen: “Zo hoef je niet voor al deze cliënten een ambulance in te zetten. Die houd je dan vrij voor acute situaties en het is nog prettiger voor de betrokken mensen bovendien.”

Dat brengt Hoogeveen ten slotte bij een duidelijk pleidooi voor participatie van ervaringsdeskundigen in de projecten van het actieprogramma. “We willen de acute zorg met zijn allen heel goed regelen. Voor je het weet ben je dan toch vooral met modellen en systemen bezig. Belangrijk natuurlijk, maar het is ook goed om cliënten zelf – en zeker ook hun naasten – te vragen wat er voor hen vooral toe doet. Hoe ervaren zij de hulp? Welke behoeften hebben zij bij het omgaan met problemen rond verward gedrag? Als de hulpverleners weer weg zijn, moeten zij immers gewoon verder met hun leven.”

Marc van Bijsterveldt
Dit interview is mogelijk gemaakt door ZonMw

Subsidiemogelijkheden gepast vervoer

U kunt bij het actieprogramma subsidie aanvragen voor gepast vervoer van mensen met verward gedrag. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen subsidieoproepen gericht op Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV’s) en subsidieoproepen gericht op andere vervoersaanbieders. De subsidieoproepen worden meerdere keren per jaar herhaald.

Voorbeelden van lopende projecten over vervoer en/of ambulancezorg:

Bron: www.zorgenz.nl